Heb oog voor de problemen van uw partner, geef hem of haar de gelegenheid zorgen te uiten, te praten. Zet
ook eens koffie voor het bezoek. Geef uw partner eens een extra knuffel. Het gaat te ver om te zeggen dat dat u alle twee
een hartinfarct hebt gehad, maar uw partner heeft wel degelijk meegeleden.. Voor partners is lotgenotencontact daarom vaak
ook belangrijk. Het helpt begrip te vinden bij mensen die hetzelfde doormaken of hebben doorgemaakt.
Seksualiteit. Veel mensen hebben de eerste tijd na hun hartinfarct
niet zoveel belangstelling voor seks. Na een poosje kan dat veranderen. Misschien vraagt u zich af of vrijen wel verantwoord
is. Als u zonder buiten adem te raken twee trappen kunt oplopen, is er medisch gezien geen bezwaar tegen vrijen. Wel is het
zo dat sommige medicijnen het vrijen moeilijk of onmogelijk maken. Aarzel niet om potentieproblemen bij uw arts ter spake
te brengen. Misschien kan hij andere medicijnen voorschrijven met minder bijwerkingen op dat gebied. Als u geen zin heeft
in seks of als vrijen niet vanzelf gaat , heeft u misschie de neiging het onderwerp maar te ontwijken en situaties te vermijden
die tot seks zouden kunnen leiden. Een partner kan daar erg verdrietig en misschien ook kwaad over worden. Hij of zij wéét
immers niet dat u gewoon niet kunt. Vooral als u voor uw hartinfarct wel regelmatig seksueel contact had, kan uw partner zich
afgewezen voelen. Het kan ook zijn dat uw partner zich een beetje schaamt dat hij of zij zin heeftin seks en bang is u daarmee
emotioneel of lichamelijk te veel te belasten.Het is daarom belangrijk dat u probeert ook hierover met elkaar te praten. Een
oplossing is misschien niet zo gauw te vinden, maar erover praten helpt vrijwel altijd.
Als u alleen woont. Mensen zonder partner kunnen zich minder snel de oude voelen dan mensen
die wel een relatie hebben. Voor een alleenwonende wordt een aantal dingen minder vanzelfsprekend geregeld. Familie of vrienden
willen u waarschijnlijk best helpen, maar het initiatief zal vaak van uzelf moeten komen. Probeer een "helpersschema" te maken
voor de eerste weken. De één vraagt u boodschappen te doen, de ander schoon te maken en weer een ander wil misschien best
een keertje voor u koken. Bel zelf uw vrienden en kennissen op, want niet iedereen weet zich een houding te geven tegenover
iemand die een hartinfarct heeft gehad. Alleenstaanden moeten zeker navragen of zij in aanmerking komen voor hartrevalidatie.
Niet omdat ze zieker zijn anderen, maar omdat lotgenoten emotionele en practische steun kunnen geven.
Vakantie. Een week of vier na uw hartinfarct kunt u rustig op vakantie. Ook
met het vliegtuig, maar met een lange inspannende reis kunt u beter nog een poosje wachten. Houd er rekening mee dat lange
wachttijden bij balies of de douane, inspannende tochten en veel regelwerk u erg kunnen vermoeien. Neem voldoende medicijnen
mee en vraag uw specialist om een geneesmiddelenkaart waarop uw medicijnen staan vermeld. Dit om problemen bij de grens te
voorkomen. Zo'n kaart krijgt u vaak al bij ontslag uit het ziekenhuis.
Autorijden.In de meeste gevallen kunt u na twee tot vier weken weer gaan autorijden,
als u zich goed kunt concentreren op het verkeer. Misschien voelt u zich in het begin wat onzeker of maakt uw familie zich
zorgen. Probeer daarom de eerste paar keer niet alleen te gaan autorijden. Vermijd het spitsuur en beperk u tot routes die
u bij wijze van spreken kunt dromen.
Werk.Vaak weten ook collega's of uw baas niet hoe ze moeten reageren op uw
hartinfarct. Ze sturen misschien een fruitmand en laten verder niets van zich horen. Veel mensen vinden ziekte eng en ontwijken
u daarom misschien. Zeker zoiets ernstigs als een hartinfarct. Het iniatief zal daarom vaak van uw kant moeten komen. Wacht
daar niet te lang mee. Ga snel langs om koffie te drinken, maar blijf niet te lang. Het gaat er om dat u contact houdt met
uw colega's en uw werk.
Ziektewet en WIA.U zult regelmatig contact hebben met de bedrijfsarts van
de Arbo-dienst. Het is verstandig om zelf contact op te nemen, nadat u bent ontslagen uit het ziekenhuis. De bedrijfsarts
zal met u bespreken hoe u weer terug kunt keren in het arbeidsproces. Daarbij wordt gekeken naar de mate waarin u nog in staat
bent hetzelfde of eventueel heel ander werk te doen. De wetgeving op het terein van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
is in verandering. Zorg ervoor dat u goed geinformeerd bent.
Positief denken.Het klinkt zo gemakkelijk: probeer niet overdreven bezorgd
te zijn, wees niet te veel bezig met uw ziekte. Toch is het de moeite waard piekeren anders aan te pakken. Dus niet "er aan
denken", want dat lukt niet zo maar. Maar wel nagaan of het allemaal klopt wat u denkt. Maakt u niet van een mug een olifant
of trekt u wel de juiste conclusies? Zoek ook bewust naar afleiding. Beweeg regelmatig, dat is goed voor lichaam én geest.
Laat u niet uit het veld slaan als u een dagje bij de pakken neerzit. Dat is normaal en het gaat bijna altijd over. Maar aarzel
niet om hulp te zoeken als dat niet zo lijkt te zijn. Uw huisarts of cardioloog kan u adressen geven van hulpverleners die
gespecialiseerd zijn in het begeleiden van mensen, die net zoiets hebben doorgemaakt hebben als u.